Vandaag kreeg ik een kennis op bezoek en ik vroeg haar of ze een kopje thee wilde. Nou, dat wilde ze wel want ze is een echte theeliefhebber. Ze vertelde me dat ze altijd groene thee dronk. Vroeger groene thee met smaakjes maar geleidelijk aan leerde ze de echte smaak van thee waarderen, liet ze de thee met de stukjes (al dan niet kunstmatig) fruit etc. liggen en dronk ze liever pure groene thee. Ze maakte daarbij de mooie vergelijking dat het net is als het wennen aan goede wijn. Als je voor het eerst wijn drinkt zullen de zoetere wijnen beter bevallen, later ontwikkelt je smaak en ga je het volledige smaakscala van vele soorten wijn waarderen.
Op mijn vraag welke groene thee ze dan graag dronk, moest ze het antwoord schuldig blijven. Gewoon, groene thee! Tja, je hebt groene thee en groene thee. Het is, om de vergelijking te herhalen, net als met wijn. Je hebt witte wijn en witte wijn waarbij de smaakbeleving bepaald wordt door de druivensoort, de geografische ligging en de manier waarop de druiven uiteindelijk als wijn in de fles belanden en daarna bewaard worden.
China - Japan
Zonder nu direct een complete workshop te starten, kon ik de verleiding niet weerstaan om haar toch twee soorten groene thee voor te zetten. Ik koos voor een Chinese en een Japanse groene thee. Het verschil tussen de theeën uit deze landen is om te beginnen al heel groot omdat Chinese groene thee als regel gewokt wordt (om het oxidatieproces te stoppen) en Japanse thee in dit geval gestoomd wordt.
China: Long Jing - Dragon Well
Ten eerste de Chinese thee: ik koos de Long Jing Dragon Well. Een van de populairste groene theeën, afkomstig uit de provincie Zhejiang. Deze thee werd geoogst in het voorjaar van 2018 en de plantage ligt op een hoogte van plm. 180 meter.
Het gedroogde blad (knop en één of twee bladeren) is lang en dun en qua kleur een mengeling van groen, geel en (donker) bruin. De thee is helder lichtgroen van kleur en smaakt behalve vegetaal zeker ook een beetje nootachtig en kruidig.
Japan: Sencha of the Spring Sun
Daarnaast zette ik de Japanse Sencha die ik gekocht had bij de Japanse Masterclass van vorige maand. Deze 'Sencha of the Spring Sun' is een prachtige Sencha van Obubutea in Kyoto. De theebladeren zijn gegroeid in de zon (en niet afgedekt met doek zoals in Japan ook gedaan wordt) waardoor de smaak wat meer astrigent is.
Na de pluk zijn de bladeren licht gestoomd en vervolgens gerold en gedroogd. Dat verklaart dus de 'staafjes'-structuur van het droge blad. Na het zetten zie je de ontrolde bladeren.
Deze thee smaakt licht zoetig maar ook unami en dat maakt het tot een compleet andere thee dan zijn Chinese tegenhanger.
China versus Japan, de uitkomst
Wat mijn bezoek ervan vond? Ze was bijzonder verbaasd over het verschil in geur en smaak. Ze vond ze beide lekker maar vond de Chinese Long Jing het lekkerst, of wel het meest lijken op de smaak die ze gewend was als groene thee.
Ik kan het me voorstellen, aan de Sencha moet je missschien even wennen maar dan…. Jammie!
Deel dit artikel op social media.